Je geniet, de kinderen spelen heerlijk buiten: Ze bouwen een heel parcours van houten blokken, planken, hockeysticks en pionnen.
Hoe leuk is het om daarover te springen en te rennen? Oh maar wacht eens. Paardje-spelen is nog veel leuker! Je krijgt er gelijk twee rollen van in het spel: een paard én een temmer. Op zoek naar een touw. Het touw gaat (veilig!) achter de nek langs, onder de oksels door: “Hup paardje, hup!” Springen en rennen dat dat paardje kan!
Jij geniet én je ziet de kinderen ook genieten van het buiten zijn, van het rennen, van het temmen, enz. En zoals altijd, komt er na een tijdje ook aan dit spel weer een einde. En dat betekent: alles weer terug naar de plek waar het vandaan komt. Gelukkig gaat dat deze keer gesmeerd: De touwen gaan in de kist, de hockeysticks in de tas, de blokken op de stapel en de planken weer in de schuur. Wauw!
Dat verdient een compliment. Maar hoe doe je dat? Zeg je: “Lekker gespeeld jongens!” Of: “Je hebt alles weer opgeruimd. Wat goed van je!”? Dat kán, maar hoe ontvangt het kind dat dit compliment? Wordt hij er blij van? Wordt hij écht gewaardeerd?
Soms lijkt het wel dat hoe uitbundiger je het kind prijst, hoe minder je tot hem doordringt. Hoe kan het anders?
Ga de prestatie van het kind beschrijven! In plaats van evalueren, ga je beschrijven wat je ziet of voelt. Want als een kind zijn prestatie hoort beschrijven, zal hij vaker zichzelf gaan prijzen. Hij voelt geen ‘oordeel’ en wat hij deed was oké.
Dus, in plaats van: “Lekker gespeeld jongens!” Zeg je: “Je hebt een heel parcours gebouwd met allemaal verschillende materialen, daar konden jullie heerlijk mee spelen!”
En in plaats van: “Je hebt alles weer opgeruimd. Wat goed van je!” Zeg je: “Jij hebt veel gedaan! De planken staan weer in de schuur, de blokken weer op de stapel, de hockeysticks weer in de tas. Wat fijn om zo de tuin weer in te lopen!”
Effectief prijzen, kinderen vóelen dat je’t meent en dáár groeien ze van!
(Gebaseerd op: How to talk to kids, Adele Fabe & Elaine Mazlish)